Joodse school Utrecht
.

Dossier Meijer (Max) Andriesse

De redding van Alie Frank door Meijer (roepnaam Max) Andriesse
Aleida (roepnaam Alie) Frank en Meijer (Max) Andriesse waren allebei wees en zaten voor en aan het begin van de oorlog in het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht. In oktober 1942 moeten alle weeskinderen naar Amsterdam waar ze ondergebracht worden in een oude school.
Alie Frank vertelt na. de oorlog “dat ze op 9 februari 1943 na het avondeten in het kantoortje van meneer Themans , de directeur van het weeshuis moest komen. ’Alie’, zei hij, 'je bent een verstandigmeisje en je kunt goed met kinderen omgaan. Daarom heb ik je ook gevraagd hier te komen. 
Ik wil dat je morgen gaat oppassen bij de familie Vleeschhouwer aan de Weesperzijde. De nachtdienst weet er al van en laat je morgenvroeg naar buiten, verder hoeft niemand te weten waar je naartoe gaat. 

Alie knikte, pakte het plattegrondje aan dat Themans voor haar had getekend en beloofde plechtig niemand iets te vertellen - zelfs niet haar beste vriendin.
Wat zij op dat moment niet wist, is dat haar 'grote vriend' Maxje Andriesse haar stond op te wachten in het gangetje tussen de jongens- en de meisjesafdeling. Of het nu kwam door de vasthoudendheid waarmee hij haar ondervroeg of door haar eigen onzekerheid, weet Alie Frank niet meer, maar voor ze er erg in had, had ze hem alle details van haar geheime missie toevertrouwd, inclusief de straatnaam en het huisnummer. Het enige dat Max zei, was: ‘Pas goed op jezelf Alie’, en weg was ie. De volgende ochtend om halfnegen zag ze hem terug. Hij stond voor de deur aan de Weesperzijde. Nadat hij eerst als een bezetene had staan bellen, riep hij door de brievenbus dat ze snel open moest doen. Maar Alie wilde haar aanbidder liever niet binnenlaten, bang als ze was voor 'gelazer’.
‘Alie, doe open!' riep Maxje opnieuw. ‘Ik kom je waarschuwen, je moet niet meer teruggaan naar de Geldersekade. Ze hebben wel tien keer je naam afgeroepen. Maar je was er niet. En toen Alie alsnog voor hem had opengedaan, vertelde Maxje dat hij zelf via het dak was gevlucht om aan de Duitsers te ontkomen. Nee, binnenkomen wilde hij niet; hij moest snel verder om ergens onderdak te vinden, want hijzelf werd nu ook gezocht. Daarna maakte hij zich uit de voeten richting Mauritskade. Dat was het laatste wat Alie Frank van haar redder zag. 


Het gaat hier om Meijer Andriesse, Boxmeer, 12 augustus 1925. Toen hij twee was, verhuisde het gezin van Boxmeer naar Oss, waar zijn vader later overleed. Zijn moeder en zijn jongere broer Henri bleven in Oss wonen. Eind augustus 1942 kregen zij een oproep voor tewerkstelling. Met bus en trein werd een eerste groep Joodse inwoners van Oss door Nederlandse politiemensen en marechaussee naar Den Bosch overgebracht voor verder transport naar Westerbork en van daar op 31 augustus naar Auschwitz. Na Alie gewaarschuwd te hebben ontkwam Meijer (Max), maar hij werd kort erna opgepakt. Op 25 mei 1943 werd hij geregistreerd in Westerbork en op 1 juni 1943 werd hij gedeporteerd naar Sobibor, waar hij hoogstwaarschijnlijk onmiddellijk werd vermoord.

Meyer%20Henri%20Andriesse.docx