Joodse school Utrecht
.

To (Cato Rebecca) Creveld

To is in 1935 geboren in het slagersgezin van Sam (Samuel) Creveld en Saar (Saartje) West. Vader Sam werkt in de slagerij van de opa van To, Izaak Creveld, op de Amsterdamsestraatweg.[1] Het gezin woont op de H. Elconiusstraat 57 bis.

In oktober 1941 moet To samen met haar twee jaar oudere broer Isaac naar de Joodse school in Utrecht. Omdat zij in de toenmalige gemeente Zuilen woonden, moest die gemeente toestemming vragen aan de gemeente Utrecht of 'hun' leerlingen ook naar de Joodse school mochten.[2]


To (Cato) 1940

Isaac, de broer van To is op een van de klassenfoto's van de Joodse school te zien.[3] 

Op 6 mei wordt hij opgenomen in het ziekenhuis en er wordt difterie bij hem geconstateerd. Drie dagen later is To's broer overleden.


De na de oorlog geboren broer van To, Benny vertelt op zijn Facebook pagina:

'Mijn grote broer die ik nooit gekend heb, leed in 1942 aan difterie. Hij lag in het Wilhelmina kinderziekenhuis. Omdat hij joods was kreeg hij geen penicilline en op 10 mei 1942 stief hij. Dat was precies de trouwdag van mijn ouders. Omdat mijn ouders in de rouw waren, kregen zij uitstel om op transport te gaan. Daardoor kregen ze tijd om onder te duiken.'[4]

Sam, Saar en dochter To duiken onder bij een bekende van de familie Creveld, het onderwijzers echtpaar Sip en Ger Kooistra.[5] Per ongeluk wordt hun onderduikadres verraden. Gelukkig kunnen Sam en Saar net op tijd met hulp van het verzet naar een ander onderduikadres. To kan, vanwege haar blonde haar doorgaan voor een pleegkind van de Kooistra's. Op straat komt To regelmatig haar nichtje Rita tegen, maar het is haar ten strengste verboden om haar nicht te begroeten.

Na wat omzwervingen komen de ouders van To terecht bij de familie de Bie, waar zij het einde van de oorlog meemaken. To blijft bij Sip en Ger Kooistra tot de bevrijding.

Uit de registratie van 'opgedoken' joden


Na de oorlog woont het gezin weer in Zuilen. Maar zij kunnen niet aarden na de traumatische oorlogsjaren. Het gezin emigreert naar Israel. 

Maar ook daar hebben Sam en Saar moeite om zich thuis te voelen. In de vijftiger jaren besluiten ze om weer terug te gaan naar Zuilen, waar ze in de Edisonstraat gaan wonen. 

To en moeder Saar, Edisonstraat 109; 1958 [6]


Uiteindelijk komt het gezin toch weer naar Israel. To heeft er een verpleegstersopleiding gevolgd.[6] 


To trouwt met Schlomo Fischer.[6]

Het echtpaar krijgt drie kinderen.


In 2015 krijg To in Israel bezoek van haar nicht Rita uit Nederland:[7]

In de lente van 2022 overlijdt Cato Rebecca Fischer-Creveld op 86 jarige leeftijd.