Clara Cato Milhado (Melhado)

Er is verwarring over de achternaam. In de officiële stukken is de naam gespeld met een 'i': Milhado. Maar als de familie bijvoorbeeld een advertentie van een geboorte plaatst, dan is de achternaam met een 'e': Melhado. 

Clara is de dochter van Samuel Milhado en Rachel Querido. Ruim een jaar voor de geboorte van Clara zijn Samuel en Rachel in Amsterdam getrouwd. 

Twee dagen na hun huwelijk zijn ze in Utrecht gaan wonen op de Justus van Effenstraat 23 bis. [1]

In februari 1936 zet de 8 maanden oude Clara een advertentie in de krant om haar opa te feliciteren met zijn 60e verjaardag.

In 1937 is het broertje van Clara geboren: David Joshua en in 1940 krijgt Clara ook nog een zusje: Cato Rachel.

Vader Samuel heeft voor zijn huwelijk een tijd in Antwerpen gewoond, waar hij werkte als persfotograaf.[2] In Utrecht is hij de eigenaar van fotopersbureau 'Centraal', gevestigd op zijn huisadres. Het is niet duidelijk of het een filiaal is van het in Amsterdam gevestigde fotopersbureau met dezelfde naam. Het kan ook toevallig dezelfde naam hebben, maar geen relatie met elkaar hebben. Op Delpher.nl is te zien dat Milhado vooral foto's maakt van grote gezelschappen. Zoals deze: [3]

In juni 1938 verhuist het gezin van het bovenhuis op 23 bis naar het benedenhuis op Justus van Effenstraat 23. [4]

Aan het begin van de oorlog viert Clara op 13 mei 1940 haar vijfde verjaardag. Een dag later is Rotterdam gebombardeerd. Waarschijnlijk gaat Clara aan het begin van de oorlog naar de kleuterschool bij haar in de buurt. In mei 1941 is Clara zes jaar en dat is de leeftijd waarop ze aan het begin van het komende schooljaar naar de lagere school moet. In de zomer van 1941 komt de verordening dat joodse kinderen niet meer naar de gewone scholen mogen, maar dat er een speciale Joodse school komt. Daar is de zesjarige Clara ingeschreven. [5]

Het is voor de zesjarige Clara een hele reis naar de Joodse school in de wijk Ondiep. Misschien fietste ze samen met andere joodse kinderen samen naar die school. Maar vanaf juni 1942 moeten joden hun fietsen inleveren. Dat betekent dat ze na de zomervakantie van 1942 naar die school moet lopen. Dat is een wandeling van zo'n drie kwartier. Lang heeft dat niet geduurd. Eind september krijgt het gezin een oproep dat zij op 2 oktober 1942 [6]  naar het Maliebaan station moeten komen.  Daar staat een trein die hen naar kamp Westerbork brengt. Ze blijven maar een paar dagen in Westerbork; op 12 oktober gaan ze op transport naar Auschwitz. Clara is daar meteen na aankomst samen met moeder Rachel en haar kleine broer en zus vergast op 15 oktober 1942. Vader Samuel is bij aankomst waarschijnlijk geselecteerd om in een van de subkampen te werken. Hij is op 8 februari 1943 vermoord. [7]