Joodse school Utrecht
.

Margot Wildmann

David, de vader van Margot is in Oostenrijk opgeleid als arts, maar werkt in Duitsland als vertegenwoordiger van textiel. Hij heeft door zijn werk in de dertiger jaren ook contacten in Limburg. 

Margot (rechts) met haar kindermeisje en een neefje (Keulen 1937)

Al lang voor de Kristallnacht heeft vader David voor zijn gezin een soort 'verblijfsvergunning' geregeld in Heerlen. Na november 1938 laat hij zijn vrouw en Margot overkomen. 

In 1939 verhuist het gezin naar Utrecht, Vleutenseweg 225 bis. Daar wonen ze een tijdje samen met een nichtje en neefje van Margot: Ruth en Harry Klausner.
Ook in Utrecht werkt haar vader als vertegenwoordiger in textiel. Maar nu o.a. voor de Twentse textielfabriek NV Menko. 

In het begin van de oorlog gaat Margot nog naar de openbare lagere school. Maar vanaf september 1941 mogen joodse kinderen niet meer naar de bestaande scholen. Vanaf 15 oktober gaat zij naar de Joodse school. Ze zegt daar zelf over:

De Joodse school werd in een uithoek van de stad opgericht, Ondiep. Dat betekende dus dat ik heel vroeg bij de bushalte moest staan en het duurde eindeloos tot je er was. Vervoer was een drama en de winters waren extreem koud. Ik heb wat kou geleden. [Op die school] was het de eerste keer dat ik met Nederlands-joodse kinderen in contact kwam. Maar steeds verdwenen er kinderen.  Toen Ondiep werd opgeheven gingen de kinderen die nog over waren naar het gebouw van de synagoge aan de Springweg. Ik zat toen in de eerste klas van het Joods Lyceum.

In april 1942 moet het gezin het huis aan de Vleutenseweg verlaten en zij komen terecht op het Servaasbokwerk 3; het voormalige huis van Eddy Keizer, die ook op de Joodse school zat.

In het voorjaar van 1943 komt Nel van der Spek regelmatig bij het gezin Wildmann langs. Zij leidt een kleine verzetsgroep van voornamelijk gereformeerde vrouwen, die hulp biedt bij de onderduik van joden. Nel probeert vader David te overtuigen om ook te 'duiken'. Maar David wil niet; hij vertrouwt er op dat hij gespaard wordt omdat hij in de Eerste Wereldoorlog arts was in het Oostenrijkse leger. Moeder wil wel onderduiken.

Margot met ster; 1942

Margot is inmiddels van de lagere school overgegaan naar de eerste klas van het Joods Lyceum. Op het paasrapport 1943 staan achter haar naam geen cijfers. Kennelijk is ze dan al ondergedoken.


 Margot (rechts) met haar nicht Ruth Klausner. Vlak voor hun onderduik.

Als het gezin getipt wordt door een bevriende Duitse SS'er dat zij op een lijst staan om gedeporteerd te worden, komt alles in een stroomversnelling. Nel brengt de ouders onder bij de hervormde zusters Landzaat en Margot gaat naar Maarn, waar ze in het kleine huis komt van het hoofd der christelijke lagere school. Margot: 'Ik wist niet dat ik niet samen met mijn ouders zou onderduiken. En ineens moest ik weg. Ik werd door een vreemde naar een adres gebracht. Ik had alleen een rugzakje bij me.'

Margot komt terecht bij een jong echtpaar dat eigenlijk onder druk was gezet om Margot op te nemen. Het gaat niet goed. Het hoofd der school zet Margot op een gegeven moment op straat. 'Tante Nel' brengt Margot naar haar ouders, die in een groot huis wonen, Biltstraat 146. Margot voelt zich daar veilig. Het gereformeerde gezin heeft tien kinderen waarvan er nog vijf in het grote huis wonen. Zowel de vader als Nel zelf geven les op de christelijke kweekschool 'Rehoboth'. Van de vader, die Margot opa noemt, krijgt ze les in de exacte vakken en Nel onderwijst haar in de talen.  

 Nel van der Spek en haar vader (1950)

 Margot kan niet naar buiten. Zelfs de grote tuin achter het huis is verboden terrein, omdat die tuin grenst aan  de "Deutsche Volks- und Hauptschule Utrecht", waar de kinderen van Duitse soldaten naar school gaan. Margot hoort die kinderen marcheren en Duitse liederen zingen. 

Margot weet precies waar ze zich moet verstoppen als er huiszoeking is: in de kruipruimte onder het huis. Die is zo nauw dat ze zich er echt in moet wringen. Het is daar griezelig, want overal ritselen er ratten. Als er werkelijk een huiszoeking komt, lukt het haar niet meer om de kruipruimte te bereiken. Ze vlucht via het balkon naar het huis van de buren waar ze binnengelaten wordt.

In de loop van de twee jaar dat ze bij het gezin van der Spek ondergedoken is, krijgt ze moeite met het sombere gereformeerde geloof van het de familie. 'Zelfs de feestdagen zijn niet feestelijk.' 

In de hongerwinter draait alles om eten en stoken. Het grote huis kan niet meer verwarmd worden. Het is te koud op de kamer waar Margot slaapt. De piano in de enige kamer die verwarmd wordt, wordt verschoven en Margot heeft daar een plekje waar ze zich heel stil moet houden als de familie bezoek heeft.

De bevrijding maakt ze mee door bovenop een Canadese tank door de stad te rijden. Maar na twee jaar onderduik kent ze vrijwel niemand meer. Ze voelt zich eenzaam. Uit een na-oorlogs document blijkt dat het gezin op 22 mei 1945 weer terug kunnen keren naar het huis waar zij vlak na de bevrijding zaten op het Servaasbolwerk 3.

Haar vader gaat weer aan het werk als vertegenwoordiger in textiel. Haar moeder heeft de oorlog niet goed doorstaan: 'Ze was nerveus. Voortdurend in de vlucht-modus. Tijdens de Korea oorlog had ze weer rugzakken met de hoognodige spullen klaarstaan.'

 Huwelijksfoto Manes Wikler & Margot Wildmann

Na de oorlog haalt Margot haar HBS diploma en gaat medicijnen studeren. In 1948 gaat ze naar de VS en schrijft zich in op de Harvard universiteit. Maar na twee maanden keert ze weer terug. In 1949 leert ze Manes (Emanuel Manes) Wikler kennen. Ze trouwen in 1950. Margot stopt met haar studie medicijnen om Manes te helpen in zijn nieuwe bedrijf. Margots vader stimuleert haar om toch weer haar studie op te pakken. Dan komt ze in contact met Ceasar therapie, ze doet de opleiding en vestigt zich als Caesar therapeute. Dat doet ze tot zij in 1974 verhuist naar Amsterdam. Manes en Margot krijgen twee zoons. 


Jimmy, een van de zoons is in 1965 bruidsjonker bij het huwelijk van Paulina Wiesenthal en Gerard Kreisberg. Paulina is de dochter van de beroemde nazi-jager Simon Wiesenthal.

Margot Wikler-Wildmann overlijdt op 86-jarige leeftijd in 2017.