Joodse school Utrecht
.

Miep (Mietje) Danielson


Miep Danielson woont boven de winkel van haar vader Benjamin op de Steenweg in Utrecht. 

Vader Benjamin heeft in 1926 de winkel 'De Kampioen' overgenomen. Hij verkoopt er volgens de Kamer van Koophandel; rijwielen, radioartikelen, elektrische artikelen en ijzerwaren.

 Kennelijk loopt de zaak goed, want Benjamin heeft ook een filiaal op de Lijnmarkt en kan in 1930 kan een filiaal openen in de Damstraat. 


In 1933 komt in Duitsland Hitler aan de macht. Een deel van de Duitse joden vreest het ergste en wil weg uit hun land. 

In Utrecht wordt een comité opgericht om Duitse joden op te vangen en onderdak te geven. Benjamin Danielson is penningmeester van dat comité. 

Ook is hij actief als voorzitter van de Utrechtsche Joodse Sportvereniging.

Op een propaganda bijeenkomst spreek hij 'enige, korte, maar welgekozen woorden.'

Als de oorlog uitbreekt krijgt Benjamin Danielson het moeilijk. Zijn winkel op de Steenweg wordt beklad.

Miep mag in september 1941 niet meer naar haar school in de Hamburgerstraat.  Als zij naar de Joodse school gaat is zij 13 jaar oud en wordt ze geplaatst in de eerste klas van de ULO.

In de loop van 1942 krijgt Benjamin te maken met een zogenaamde Treuhändler; iemand die feitelijk de eigenaar is van de winkel.

 In december 1942 heft Treuhändler Zimmerman uit Haarlem De Kampioen op.

Twee maanden later moet het gezin Danielson zich melden voor vertrek naar kamp Vught. Op de kaart van vader Benjamin staan de woorden 'Straftat: Illegalität'. Wat voor een illegaal werk Benjamin deed, is (nog) niet te achterhalen.

Er zijn twee brieven bewaard gebleven die Bennie (Benjamin) schreef aan zijn zus in Rotterdam. In de eerste brief van 9 maart 1943 vraagt hij om zeep ,tandpasta, ondergoed, wanten en sokken te sturen. Het pakket wordt per ommegaande gestuurd.

In zijn tweede brief staat iets bijzonders. Hij vraagt zijn zus om de groeten te doen aan Jet en Miep. Dat lijkt vreemd omdat zijn vrouw en dochter in hetzelfde kamp verblijven. Voor de zekerheid heeft hij de namen onderstreept. In Vught zaten mannen, vrouwen en kinderen van elkaar geschieden in verschillende barakken. Kennelijk had Benjamin geen contact met hen.

Ze zien elkaar pas weer als zij op 31 maart 1943 op transport naar Westerbork gaan. Ze verblijven daar zo'n veertien dagen en moeten dan op 13 april met de trein naar Sobibor. Daar worden ze onmiddellijk na aankomst vergast in een gaskamer samen met zo'n 600 anderen. Over Sobibor weten we weinig omdat het een vernietigingskamp is en geen werkkamp. De kleine groep joden die niet meteen na aankomst vergast zijn, moeten bagage en kleding sorteren of helpen bij het cremeren van de lijken. Eén van de mensen die Sobibor overleefd heeft is Ursula Stern. Zij heeft na de oorlog verklaard dat ze Miep Danielson en haar ouders herkend heeft. Het is logisch dat zij Miep kende, want zij waren allebei leerling op de ULO afdeling van de Joodse school in Utrecht.

Verklaring van herkenning